Nog nader aan te vullen met verwijzingen naar eigen ervaringen, ervaringen van anderen en literatuur
Het voorgebod: Gij zult het gedrag van uw leerlingen pas (be/ver)oordelen wanneer u zich ervan bewust bent dat uw problemen niet de hunne zijn.
Een leerling is (gedeeltelijk) verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag maar zeer zeker niet verantwoordelijk de emoties die dat bij u oproept.
Gebod 1: Gij zult uw rondjes lopen
-> geeft jezelf de tijd om op divers niveaus instructie en feedback te kunnen geven.
Gebod 2: Gij zult uw leerlingen groeperen.
Onderwijsbehoeften zijn te groeperen. -> hoef je niet voor iedere leerling individueel een programma te maken. Bovendien is leren een sociale activiteit. Leren doe je met elkaar (constructivisme)
Gebod 3: Gij zult u baseren op het directe instructiemodel
Biedt paar voordelen: expliciet teruggrijpen op bestaande kennis, duidelijkheid structuur.
Gebod 4: Gij zult gebruik maken van diverse leerstijlen, werkvormen en moverende maatregelen
Goed voor de motivatie, maar ook aansluiten bij de kracht van leerlingen
Gebod 5: Gij zult positief, geduldig en beslist zijn
Blijkt keer op keer uit interviews met leerlingen. Een goede docent heeft humor, is vriendelijk en belangstellend, maar weet wel wanneer er gewerkt moet worden.
Gebod 6: Gij zult duidelijk zijn in uw aanwijzingen en waarschuwingen
Duidelijk voor de LEERLING! Dus controleer. Daarnaast bij waarschuwing keuze bij de leerling leggen. Omgaan met aanwijzingen en waarschuwingen is overigens net als met sommen maken niet vanzelfsprekend een vaardigheid die iedereen zomaar beheerst.
Gebod 7: Gij zult uw complimenten richten op de persoon en op het proces.
Goed voor het zelfvertrouwen en het vertrouwen in de docent.
Gebod 8: Gij zult uw doelen voor ogen houden
SMART, vooral ook realistisch. Het verschil tussen doel en oplossing voor ogen houden. Voor een bepaald doel zijn verschillende oplossingen mogelijk.
Gebod 9: Gij zult op de juiste manier de voortgang van uw leerlingen controleren.
Zie ook complimentjes. heb goed zicht op stand van zaken, maar ook details (voor ons) van wa bij leerlingen speelt. Laat zien waar de leerling staat, maar ook hoe hij of zij gegroeid (waar ze vandaan komt) en waar je me hem of haar naaar toe wil.
Gebod 10: Gij zult met uw leerlingen bespreken dat om eenieder gelijke kansen te geven eenieder op eigen manier ondersteund zal worden
iedereen ook leerlingen wil graag op de beste manier geholpen worden. Da kan alleen maar als je elkaar die verschillen gunt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten