donderdag 13 december 2012

Hallo, wie ben jij?

Leerlingen hebben van alles nodig om zich in jouw klas zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Ze hebben onderwijsbehoeften. Maar hoe krijg je die nu expliciet?
Meestal via gesprekken natuurlijk. Maar welke gesprekken je ook hebt, wat de aanleiding ook is, pas als je antwoord hebt op drie vragen, kun je wat betekenen voor een leerling. Dit zijn ze:

1. Hallo wie ben jij?
2. Gaat het goed met jou?
3. Hoe kan ik je helpen? (Wat heb je nodig? zullen HGW-ers vragen)

Het vraagt nogal wat vertrouwen van een leerling om op die vragen een antwoord te geven.

Valt je overigens op dat er slecht één keer 'ik' voorkomt in deze vragen? De rest gaat over de leerling. Hoe goed bedoeld ook, regelmatig kom ik tegen dat docenten en begeleiders meteen willen helpen, zonder de tijd te nemen die de leerling nodig heeft om kennis te maken en vetrouwen te krijgen.

"Het gaat immers om belastingeld en dan kun je niet zomaar aanlummelen", is de gedachte. Toch is mijn ervaring dat juist de tijd geven, juist het aanlummmelen vaak de meest effectieve en efficiente manier is om de leerling te bereiken. Dus hem zo ver te krijgen dat hij de bovenste drie vragen kan en durft te bantwoorden.

Geef leerlingen dus de tijd om het gesprek aan te gaan. Een handig model om je gesprek te voeren is overigens de 7-stappendans die in het handboek oplosssingsgericht werken in het onderwijs staat.


1. Contact leggen. De motor van verandering is een goede werkrelatie. Aandacht en interesse voor de persoon en diens werk is de basis voor verdere samenwerking.

2. Context verhelderen en problemen onderkennen: Bij deze stap onderzoek je met je leerling het probleem en de context waarbinnen het zich afspeelt zonder dat je uitgebreid aandacht besteedt aan de oorzaak van het probleem. ‘Wat is de kern van het probleem, waarbinnen speelt zich dat af, en hoe hindert dit probleem jou?

3. Doelen formuleren of succes beschrijven: Wanneer je (samen) hebt vastgesteld wat het probleem is, dan kun je als coach vragen wat je klant in plaats van het probleem zou willen hebben. De gewenste situatie wordt in gedragstermen omschreven

4. Krachtbronnen ontdekken. De aanleiding voor een cliënt om hulp te zoeken bij een coach of adviseur is vaak dat betrokkene vaak niet meer in staat is zijn eigen resources te gebruiken. De oplossingsgerichte coach of adviseur stelt vragen die de klant helpt opnieuw toegang te krijgen tot zijn krachtbronnen. Iedereen heeft zo zijn eigen sterke punten.

5. Positieve uitzonderingen identificeren en analyseren: Geen enkel probleem doet zich voortdurend en op dezelfde wijze voor. Dit moment is een illustratie van het oplossingsgericht werken. In het benoemen en ontdekken van uitzonderingen schuilt een begin van de oplossing.

6. Complimenteren. Complimenteren is van groot belang de eigenwaarde van de cliënt in elk afzonderlijk moment van het oplossingsgericht proces te versterken. Het stimuleert de samenwerking, vergroot het vertrouwen en verlegt de aandacht van problemen naar oplossingen.

7. Toekomstgerichtheid. Toekomstprojecties over hoe het eruit zal zien als het probleem zich niet of in mindere mate voordoet helpt de klant de oplossing die hij voor ogen heeft te visualiseren

bron:
http://www.werktgoed.nl/kennisbank/de-acht-stappendans-van-oplossingsgericht-coachen
http://www.oplossingsgerichtwerkeninhetonderwijs.nl/synopsis/deel_i_fundament/4_de_zevenstappendans









Geen opmerkingen:

Een reactie posten